▌ Kinderdromen


Ik speelde zondags vaak voor dominee
die staande op de trap zijn zegen schonk,
terwijl vanuit de gang een psalm weerklonk,
God en mijn broer speelden de kerkdienst mee.

Na schooltijd was er de gebruikelijke strijd,
versloegen we met glans die openbare troep.
Als het donker was zong thuis de draadomroep,
het Jo Vincent kwartet door orgel begeleid.

Als ik het testament lees van mijn kinderjaren,
lijkt mij het visioen te zijn ontnomen
en rest nog slechts het eindelijk bestaan.

Maar wat kan desondanks verklaren,
dat ik nog steeds leef van mijn kinderdromen,
geborgen op mijn weg kan verder gaan?